Uitstroom
Na het ABA Huis
Wanneer uw kind start bij het ABA Huis, streven we ernaar om binnen twee jaar, en voor hij/zij 8 jaar is, een passende vervolgplek te hebben gevonden. In het eerste jaar bij het ABA Huis zullen de behandelaren samen met de begeleiders van de groep een beeld vormen van uw kind en wanneer mogelijk een uitstroomprofiel schetsen. Dit zal tijdens de eerste eindevaluatie met u als ouder worden besproken. Vanaf dan gaan we samen op zoek naar de best passende vervolgplek voor uw kind.
Het kan zijn dat er een lange wachtlijst (soms wel een jaar) is op de plek die het best bij uw kind past. Het is daarom belangrijk om uw kind op tijd op een vervolgplek aan te melden. Op het ABA Huis vinden we het belangrijk dat uw kind de overstap van het ABA Huis naar een vervolgplek goed maakt. Indien uw kind naar school doorstroomt bieden wij waar mogelijk schaduwbegeleiding aan, waarbij er iemand van het ABA Huis tijdelijk met uw kind mee gaat naar de nieuwe school.
Er zijn verschillende soorten vervolgplekken waar uw kind naar uit kan stromen.
Hieronder een aantal mogelijke vervolgplekken met daarbij een korte uitleg.
Regulier-SBO-SO-KDC
Regulier onderwijs
In het regulier onderwijs volgen de leerlingen reguliere leerlijnen. De klassen hebben 20 tot 30 kinderen en vaak één docent.
Speciaal basisonderwijs (SBO)
Scholen voor speciaal basisonderwijs (SBO) vallen niet onder het speciaal onderwijs, maar onder het reguliere onderwijs. Het SBO biedt onderwijs aan leerlingen die zich op het regulier onderwijs niet optimaal ontwikkelen. Het betreft hier lichtere problematiek waar leerlingen op het speciaal onderwijs mee te maken hebben. Leerlingen worden minder geprikkeld door kleinere klassen en een rustiger klaslokaal. Leerlingen die naar het SBO gaan krijgen extra ondersteuning om de onderwijsdoelen te bereiken. Het SBO is bedoeld voor onder andere moeilijk lerende kinderen, kinderen met opvoedingsmoeilijkheden en kinderen met gedragsproblemen. SBO scholen hebben dezelfde kerndoelen als reguliere basisscholen, maar de kinderen krijgen meer tijd om die te halen. De groepen in het SBO zijn kleiner en er zijn meer deskundigen om te helpen met leren.
Speciaal onderwijs (SO)
Scholen voor Speciaal Onderwijs (SO) zijn er voor leerlingen die lichamelijk, zintuiglijk of verstandelijk gehandicapt zijn en voor leerlingen die psychische problemen of
gedragsproblemen hebben. Voor deze leerlingen zijn er scholen die verdeeld zijn in vier clusters:
- Cluster 1: Scholen voor blinde of slechtziende kinderen (visueel gehandicapte kinderen)
- Cluster 2: Scholen voor dove en slechthorende kinderen en scholen voor kinderen die veel moeite hebben met communiceren. Voor plaatsing op een cluster 2 school moet onder andere een taalontwikkelingsstoornis (TOS) gediagnosticeerd zijn.
- Cluster 3: Scholen voor kinderen met lichamelijke en/of verstandelijke beperkingen, zeer moeilijk lerende kinderen en langdurig zieke kinderen. Leerlingen met een verstandelijke beperking kunnen naar een ZML-school (zeer moeilijk lerende kinderen). Bij ZML-leerlingen is er sprake van een algehele achterstand, vaak nog in combinatie met gedragsproblemen of autisme.
- Cluster 4: Scholen voor kinderen met ernstige gedragsproblemen en/of psychiatrische problemen zoals een autismespectrumstoornis (ASS), ADHD of een angststoornis. Deze scholen richten zich vooral op de sociaal-emotionele ontwikkeling. De school biedt veel structuur en leert het kind om te gaan met zijn/haar problemen.
Kinderdagcentrum (KDC)
Een kinderdagcentrum (KDC) is opvang voor kinderen van 2 tot 18 jaar met een (ernstige) verstandelijke of meervoudige beperking. In een KDC krijgt uw kind dagbehandeling, dagbesteding en/of persoonlijke begeleiding, bijvoorbeeld van een orthopedagoog, logopedist of ergotherapeut. Uw kind leert op een KDC om dingen zelfstandig te doen, zoals aankleden, zelf eten en naar de WC gaan. Ook leert hij hoe hij zich kan uiten en kan aangeven wat hij wil.